Inspelen op niveauverschillen in de klas
Op onze school stemmen we ons onderwijs zo goed mogelijk af op alle kinderen. Sommige kinderen hebben genoeg aan het basisaanbod, sommige kinderen hebben iets extra of anders nodig. Een extra instructie, meer oefentijd of misschien juist een kortere instructie en moeilijkere opdrachten. We proberen het op onze school zo goed mogelijk te doen, iedere les opnieuw, voor alle kinderen. Wij streven ernaar dat kinderen zich goed voelen in de klas én zich optimaal ontwikkelen.
Bij de basisvakken gebruiken we op onze school expliciete directe instructie (ook wel: EDI). Dit is een bewezen effectieve manier van instructie geven. Één van de kenmerken is dat de leraar tijdens de les continu monitort of de kinderen de instructie begrijpen. Kinderen die het lastig vinden krijgen andere of extra instructies. Kinderen die het doel al snel beheersen, kunnen eerder aan het werk met bijvoorbeeld moeilijkere opgaven.
Het kan per lesdoel verschillen welk kind op welk moment iets extra’s nodig heeft. Een kind dat klokkijken lastig vindt, kan misschien de tafel van 6 weer erg goed. Wij werken daarom met flexibele instructiegroepen binnen de klas met kinderen die in aanmerking komen voor iets extra’s of anders van de leraar. Flexibel betekent dat de samenstelling van instructiegroepen kan wisselen, afhankelijk van het lesdoel. Dit geldt voor kinderen die soms wat meer moeite hebben met leren, maar ook voor kinderen waarbij het leren makkelijker gaat. Zo spelen wij tijdens elke les zo goed mogelijk in op het niveau van alle kinderen.
Specifiek voor kinderen met kenmerken van meer- en/of hoogbegaafdheid
Voor sommige kinderen, bijvoorbeeld kinderen met kenmerken van meer- en/of hoogbegaafdheid, is nog iets extra’s nodig. Wij zetten dan verschillende interventies in, passend bij het niveau van het kind. Op onze scholen wordt voor het aanbod binnen de school een intelligentieonderzoek niet als voorwaarde gesteld voor deelname aan een bepaald aanbod. Interventies die wij inzetten zijn:
-
Instructie verrijken
In de basisinstructie worden kinderen met kenmerken van meer- en/of hoogbegaafdheid aangesproken door bijvoorbeeld een lastiger lesdoel of complexere denkvragen te stellen.
-
Compacten
De hoeveelheid werk en de lengte van de instructie wordt compacter (korter).
-
Verrijken in leerstof (verdiepen of verbreden)
Verrijken kan door te verdiepen of te verbreden. Verdiepen is het aansluiten bij de basisstof en lesinhoud van een desbetreffend leerjaar. Bijvoorbeeld na een aardrijkskundeles over aardbevingen dit onderwerp verder laten verkennen en onderzoeken. Verbreden is het uitbreiden van de lesinhoud met aanvullende onderwerpen.
-
Verrijken in instructie (verdiepen of verbreden)
Deze kinderen krijgen iedere week instructie op de verrijkende leerstof (richtlijn is minimaal twee keer per week).
-
Versnellen
Onder versnellen wordt verstaan: versneld doorstromen of te wel een klas overslaan.
Deze mogelijkheid kan worden verkend in samenwerking met de kwaliteitscoördinator. In uitzonderlijke situaties is dit niet genoeg, er kunnen dan, natuurlijk altijd in samenwerking met ouders, ingrijpendere interventies worden ingezet. Dit gaat ook altijd in afstemming met de kwaliteitscoördinator op de school en met betrokkenheid van het Samenwerkingsverband Utrecht PO.
Dus, op onze school wordt er gedurende de dag, bij elke les, continu verdiepend aanbod geboden. In plaats van één keer per week op een vaststaand moment iets extra's. Zo is er bij iedere les oog voor ieder kind, zodat ook uw kind zich optimaal kan ontwikkelen.